Epitaaf



Voor de Snethlage’s die het misschien nog niet wisten: in een kapel van de Domkerk
te Osnabrück bevindt zich een interessante herinnering aan de familie von
Snethlage: het Snethlage- Epitaph.

Ene Lambertus von Snethlage
studeerde theologie aan de Universiteit
van Keulen (oorkonde uit
1469).Deze Lambertus von
Snethlage kocht in 1486 de burcht
Wulften bij Sutthausen van
Gerhard von Buck. Lambertus werd in
1496 proost van het domkapittel van
Osnabrück, welke functie hij tot zijn
dood in1526 zou blijven bekleden.
Hij is de stichter van de in 1483 aan de
kooromgang van de Dom aangebouwde
kapel van het Heilige Kruis. Aangezien
de geboortedatum van Lambertus niet
bekend is, is het niet geheel duidelijk
waarom hij een kapel van het Heilige
Kruis stichtte; indien zijn verjaardag gevallen
zou zijn op een feestdag van het Heilige Kruis(3 mei of 14 september) dan zou dit
een verklaring geweest kunnen zijn. In deze kapel liet hij een kruisaltaar maken met
daarboven een steenplastiek met twee houten zijvleugels. Dit altaar werd volgens de
stichtingsoorkonde in 1529, op 1 februari(die Sancti Ignatii Marthyris et Pontificis)
gewijd.

























Het altaar zelf bevat geen relikwieën van een heilige; de erboven hangende
steenplastiek met de houten zijvleugels hoeft men dus niet als het middenstuk van
een altaarretabel te beschouwen, maar kan als een Epitaph opgevat worden. Een
Epitaph is uit een rechtopstaande grafsteen ontstaan. Grafstenen werden, wanneer
graven in de kerk werden geruimd (rijke stinkers!), rechtop tegen de muur van de
kerk gezet en dienden dan als herdenkingsmonumenten voor de overledenen; deze
monumenten werden langzamerhand losgekoppeld van de plaats waar de persoon
begraven lag.
De bouwheer Lambertus heeft veel in het werk gesteld om zichzelf en zijn schenking
niet te doen vergeten. Op de steenplastiek heeft hij zichzelf met alle tekenen van zijn
waardigheid af laten beelden, waarbij vooral zijn rode hoofddeksel opvalt; ook staat
hij afgebeeld op de buitenzijde van de linker houten zijvleugel. Bij nadere
beschouwing valt op dat de gelaatstrekken van hem op het Epitaph die van een
jonge man zijn, terwijl op het houten paneel de proost staat afgebeeld als een oude
man met een door zorgen getekend gelaat. Mogelijk dat dit vermoeide gezicht niet
allen veroorzaakt werd door de verantwoordelijke positie, die hij bekleedde, maar ook
door een proces dat hij voerde tegen een clericus uit Mainz, Theodorus von Eynen,
die hem zijn waardigheid betwistte; dit proces werd voor hem gunstig beslist op 20
april 1520.
Het onder het kruis afgebeelde familiewapen, waarvoor de schedel van Abraham
moest wijken, komt geheel overeen met het wapen, dat heden ten dage door onze
familie wordt gevoerd, waardoor verwantschap van deze families zeer waarschijnlijk
is.
Uit vergelijkend onderzoek is gebleken dat de Meester van Osnabrück, waarvan de
naam niet bekend is, de maker is; hij is waarschijnlijk een leerling van de bekende
beeldhouwer Riemenschneider.


(Uit doctoraalscriptie R.A.I. Snethlage (Almelo), Faculteit Kunstgeschiedenis te Utrecht, 1995.)










Het Snethlage- Epitaph in de Domkerk te Osnabrück.